Punch needling is hot in handwerkland. Hoe gaat het in zijn werk. Je gebruikt een punchnaald, ook wel tufnaald genoemd. Dit is een holle naald met handvat waar een draadje wol doorheen loopt. Je prikt met deze naald gaatjes in een punch needle stof zodat de wol er doorheen loopt. Aan de achterzijde van de stof ontstaan kleine lusjes, dit wordt uiteindelijk de voorzijde van je werk.
Benodigdheden:
- een punch needle of tuftnaald (wij gebruikten een oxford punch needle, nr. 9 regular
- een afbeelding van een dierenkop
- restjes wol (wij gebruikten: Lang Yarns, Stockholm, draaddikte 4,5-5)
- een punch needle doek (bijvoorbeeld kaaslinnen of neteldoek)
- een borduurring of punch needle frame (dit is een zelf gemaakt kader waar je het punch needle doek in opspant)
Aan de slag!
- Neem de tekening over op het punchneedle doek.
- Rijg de draad door de naald.
- Hou de naald telkens goed rechtop en met het holle deel van de naald naar voor gericht. Vul de verschillende kleurvlakken op volgens het ontwerp. Werk van de buitenkant van het ontwerp naar de binnenkant toe. Maak de afstand tussen de steken niet te groot, anders krijg je geen mooi gevuld resultaat aan de onderkant. Maar maak de afstand ook niet te klein zodat je niet te dicht bij het vorige ‘gaatje’ komt te zitten, want zo creëer je grotere gaten in het doek. Bij de opgaande beweging de naald niet te ver uit het doek halen. Blijf zo dicht mogelijk bij het doek.
- Haal het doek uit het frame of borduurring en maak de randen netjes vast aan de onderkant van het werk met textiellijm of naai ze vast.
- Borduur de buitenranden van het werk op het kledingstuk.
Linkparties
